Persbericht

Een miljoen vrijwilligers in ons land krijgen sterker statuut

Ongeveer een miljoen vrijwilligers in ons land krijgen een verduidelijkt en versterkt statuut. Het gaat om vrijwilligers die zich inzetten bij verenigingen met socioculturele, jeugd- en sportactiviteiten, in maatschappelijke dienstverlening en in de zorgsector en die daarvoor enkel een onkostenvergoeding krijgen.

Maggie De Block, minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid: “Onze vrijwilligers zijn de lijm in onze samenleving: zij brengen en houden mensen samen. Zij verdienen een duidelijk statuut.”

Tien jaar oude wet

In 2015 bestond de wet betreffende de rechten van vrijwilligers tien jaar. Naar aanleiding van die verjaardag hebben minister van Sociale Zaken De Block en minister van Werk Peeters aan de Hoge Raad voor Vrijwilligers gevraagd om de wet grondig te analyseren en aan te geven welke punten beter kunnen, rekening houdend met de concrete problemen op het terrein. 

Versterkt statuut

OUOp basis van die evaluatie passen beide ministers het vrijwilligersstatuut nu op verschillende punten aan, onder andere: 

  • Kostenvergoeding
    De bedragen  die de vrijwilligers krijgen worden vanaf nu “kostenvergoeding” genoemd in de plaats van een “vergoeding”. De bedoeling is om te benadrukken dat hun engagement gratis is. De analyse door de Hoge Raad voor Vrijwilligers toonde aan dat de term “vergoeding” voor verwarring zorgde.
     
  • Vervoerskosten 

    Vrijwilligers die hun reële kosten bewijzen, kunnen de vervoerskosten voor verplaatsingen met hun fiets of een ander persoonlijk voertuig onbeperkt bewijzen. Het aantal vergoede kilometers is niet begrensd. Wie voor een forfaitaire kostenvergoeding kiest, kan daarbovenop ook een verplaatsingsvergoeding krijgen, maar dit voor maximum 2.000 kilometer. Die beperking valt nu weg als het vrijwilligerswerk het vervoer van mensen inhoudt. De Block: "We willen mensen die als vrijwilligerswerk personen vervoeren, zoals zieken of kinderen van een sportclub, beter ondersteunen. Zij gaan een groot engagement aan en we willen dat aanmoedigen door de beperking van 2.000 kilometer op te heffen.”
     

  • Occasionele geschenken
    Occasionele geschenken voor vrijwilligers zullen niet langer als loon worden beschouwd. Ze zullen ook niet verrekend worden voor de maximumbedragen van kostenvergoedingen als de regels die van toepassing zijn op werknemers worden nageleefd. 
     
  • Beroepsgeheim
    Het begrip “beroepsgeheim” wordt verduidelijkt voor vrijwilligers. Tot nu toe moest je als vrijwilliger dikwijls zelf uitzoeken of je al dan niet aan het beroepsgeheim was onderworpen. Een vrijwilliger die maaltijden bedeelt in een rusthuis bijvoorbeeld, kan bepaalde gegevens uit een medisch dossier opvangen. Hier rijst dan meteen de vraag van het beroepsgeheim. Vanaf nu zal de organisatie die een beroep doet op vrijwilligers deze mensen duidelijk moeten maken of het beroepsgeheim al dan niet van toepassing is voor hen.
     
  • Geen beslaglegging mogelijk op de vergoeding
    Er kan geen beslag worden gelegd op de kostenvergoeding die vrijwilligers krijgen. Het gaat immers niet om een loon, maar om een onkostenvergoeding. Zo worden personen met een schuldenlast niet ontmoedigd om aan vrijwilligerswerk te doen.
     
  • Onbezoldigde mandaten
    Het nieuwe statuut verduidelijkt ook het feit dat mensen die opdrachten uitvoeren als vrijwilliger in het kader van een onbezoldigd mandaat, beschouwd moeten worden als vrijwilligers door alle openbare instellingen (fiscale administraties, RSVZ, RSZ…). Ze kunnen dan ook enkel een kostenvergoeding krijgen.

Ministers De Block en Peeters mikken een inwerkingtreding van het versterkte statuut voor het einde van het jaar.